Actie/Protestgroepen

Er kwam in 1860 veel kritiek op kinderarbeid. Dokters en onderwijzers legden uit dat het werk ongezond was. Ze vonden dat kinderen op school hoorden. Fabrieksdirecteuren begonnen hierdoor te snappen dat ze beter konden wachten tot de kinderen hun lagere school hadden afgemaakt. Kinderen vanaf twaalf jaar en ouder die konden lezen en schrijven had je veel meer aan in een fabriek.

Kinderarbeid was niet uiteindelijk niet meer nodig. De fabrieksdirecteuren hadden de kinderen steeds minder nodig. Machines namen het werk over. Daardoor stegen de lonen van de volwassen en zou hoefde die ook niet meer hun kinderen te laten werken. Ouders stuurden hun kinderen steeds vaker naar school. Ze wisten dat hun kind wel meer kan als hij een goede studie heeft dan in fabriek te werken.

De regering bemoeide zich er uiteindelijk mee. Er kwamen twee nieuwe wetten. De eerste was de Kinderwet van Van Houten (uit 1874) en de Leerplichtwet (uit 1900).

Je had twee groepen: de socialisten en de rijke mensen/ fabriekseigenaren. De socialisten wouden dat iedereen elkaar hielp en iedereen gelijke rechten had. De rijke mensen/fabriekseigenaren zagen de arme mensen als knechtjes en ze wouden niet dat iedereen gelijke rechten had want zo zouden ze verlies kunnen maken.

Maak jouw eigen website met JouwWeb